Jos Verhulst: "Voor echte onderwijsvrijheid" Voor echte onderwijsvrijheid

Jos Verhulst
(Lezing bij Werkgroep De Ronde Tafel 26/2/2005)

Hier is de oorspronkelijke tekst van mijn opiniestuk, dat in bijgeschaafde vorm verscheen in De Tijd (23/7/2004):

In Vlaanderen, zoals op de meeste plaatsen ter wereld, gaan vele kinderen niet graag naar school. Dat is niet de schuld van die kinderen. Ook niet van de leraren. Het probleem schuilt in de schoolstructuur als zodanig. In een typische klas van de middelbare school lopen, zelfs na de selectie via de onderwijswaterval, de begaafdheden sterk uiteen. Onderzoek leert, dat de snelst lerende kinderen in een doorsnee klas nieuwe kennis en vaardigheden zowat vijfmaal sneller verwerven dan de traagsten. Wie les geeft op het niveau van de snelsten, doet de trageren afhaken. Wie les geeft volgens het tempo van de trageren, veroorzaakt chronische verveling en onaanvaardbaar tijdverlies bij de snelleren. Doorgaans mikt de leraar op de middenmoot, waardoor de niet-middenmoters van de klas worden gefrustreerd. De verschillen in leertempo zijn veel te groot om door "differentiatie" binnen het klassieke schoolkader te worden opgevangen.

Een ander probleem is de uiterst kunstmatige sociale omgeving, die de school aanbiedt aan onze tieners. Zij worden in een school gedurende zeer lange tijd gedwongen om zeer compact samen te leven met een groep, die inzake leeftijd extreem uniform is samengesteld. In de klassen ontstaat hierdoor een informele hiërarchie, die door de Amerikaanse onderzoekers Adler & Adler (in hun boek Peer Power) nauwkeurig is beschreven. In een doorsnee klas behoort ongeveer een derde van de leerlingen tot de zogenaamde "populaire kliek", die hiërarchisch is gestructureerd, met één of twee leiders. Rond die dominerende groep cirkelen dan nog zo'n tien procent "wannabees", die ambiëren om bij de dominerende club te horen. Tien procent zijn zwarte schapen: de nerds, de seuten, de uitgeslotenen en de gepesten. De rest van de klas bestaat uit kleine kringen, met twee tot vier leden. Van die verticale sociale structuur, die mogelijk wordt door het verplichte langdurig samenzijn, gaat een zeer conformerende invloed uit.

Mijn echtgenote en ik hebben onze vier schoolmoeë tieners zes jaar geleden van school gehaald, om ze thuis te laten leren. Drie van de vier kinderen zaten in de laatste jaren van de lagere school. Ze hebben inmiddels hun diploma's ASO behaald, op de leeftijd van resp. 16, 15 en 15 jaar. Ze hebben dus op enkele jaren tijd een leervoorsprong van meerdere jaren opgebouwd ten opzichte van hun schoollopende leeftijdgenoten. Ons oudste kind kampt met een medisch vastgestelde leerstoornis (dyslexie) en behaalde zijn ASO-diploma pas op 19 jaar. De staat heeft onze vier kinderen op onwaarschijnlijke wijze gediscrimineerd. Een kind dat één jaar middelbare school doorloopt kost aan de belastingbetaler, naar beneden afgerond, 5.000 euro per jaar. Dat geld gaat exclusief naar de scholen. Een thuislerend kind krijgt dus 0 euro. Met andere woorden: de staat stak dus op kosten van ons gezin ongeveer 4 x 6 x 5.000 euro = 120.000 euro aan uitgespaarde schoolsubsidies op zak. Dat is niet alles. Voor ons oudste kind werd gedurende twee jaar het kindergeld ingetrokken, omdat hij niet naar school ging. Ook de drie andere kinderen zullen aan de gemeenschap minstens twee jaar minder kindergeld kosten, omdat ze hun hogere studies vroeger zullen afronden. Bijkomende winst voor de staat: ongeveer 20.000 euro. Kortom: op de kap van ons gezin wordt ongeveer 140.000 euro bespaard, gewoon omdat wij onze kinderen normale ontwikkelingskansen wilden bieden. Indien wij onze drie jongste kinderen twee à drie jaar van hun leven nutteloos op de schoolbanken hadden laten doorbrengen, dàn zou de politieke klasse wel bereid zijn om in hun "opleiding" te investeren. Indien we ons kind met leerproblemen hadden overgeleverd aan de schoolwaterval, zodat hij op twintig jaar gefrustreerd en zonder diploma op straat zou staan, dàn zou de politieke klasse wel tot doorbetaling van het kindergeld bereid zijn geweest. Net zoals de politieke klasse wel kinderopvang door vreemden wil subsidiëren, maar geen geld veil heeft voor de thuiswerkende moeder (waar het kind blijkens NICHD-onderzoek beter af is).

Het bestaande schoolsysteem is bevoogdend en contraproductief. Vlaanderen heeft authentieke vrijheid van onderwijs nodig. Vrijheid van onderwijs betekent, dat gezinnen zelf mogen opteren voor het onderwijssysteem dat ze voor hun kinderen het meest geschikt achten (UVRM 26.3). Momenteel promoot de politieke kaste, via het opleggen van massieve financiële ongelijkheid, éénzijdig het systeem van massa-onderwijs. Deze vorm van leren is voor talloze kinderen uiterst ongeschikt. Voor veel kinderen is thuisleren een veel efficiënter en aantrekkelijker alternatief. In de VS (waar ruim een miljoen kinderen thuisleren) en in Groot-Brittannië (waar enkele tienduizenden niet naar school gaan) is terzake heel wat onderzoek verricht. Thuislerende tieners bouwen gemiddeld een leervoorsprong op van verscheidene jaren ten opzichte van hun schoollopende leeftijdgenoten, en vertonen ook in sociaal opzicht een eerder gunstige ontwikkeling. Een goedbegaafd kind kan de leerstof van het middelbaar onderwijs verwerken door gedurende drie tot vier jaar, elke voormiddag enkele uren te studeren. Deze tieners zijn bevrijd, niet enkel van de vaak tijdrovende verplaatsingen tijdens de spitsuren en van het enorme tijdverlies op school zelf, maar ook van de zeer eenzijdige en artificiële sociale omgeving die de traditionele school aanbiedt. Zij hebben dus veel tijd om andere activiteiten te ontwikkelen, in een meer gediversifieerde sociale context.

Authentieke onderwijsvrijheid begint bij de gezinnen, en niet bij de staatsgecontroleerde scholen. Het geld dat nu als subsidies naar de scholen stroomt, zou onder de vorm van een leerbon naar het gezin van het leerplichtige kind moeten gaan. Indien het gezin voor traditioneel schoolbezoek opteert, speelt het die leerbon door aan de gekozen school. Wil het gezin op eigen kracht, eventueel in samenspraak met andere gezinnen, de opleiding van het kind organiseren, dan incasseert het de leerbon zelf. Men kan daarbij, om wantrouwige zielen gerust te stellen, het boter-bij-de-vis-principe hanteren: het gezin kan de leerbon slechts verzilveren in de mate, dat succesvol examens bij de Centrale Examencommissie worden afgelegd.

Scholen zouden in zo'n systeem enerzijds in eerlijke concurrentie moeten treden met de leerbekwaamheden die bij de gezinnen zelf aanwezig zijn, maar zouden anderzijds de gelegenheid moeten krijgen om zelf uit het verstikkende carcan te treden waarin ze nu zijn opgesloten. Ook scholen en leraren hebben vrijheid nodig. Ze moeten de mogelijkheid krijgen, om af te stappen van het dwaze en volkomen contraproductieve klassysteem. Leerlingen zouden zich per vak moeten kunnen inschrijven. Waarom zou een leerling, die goed is voor wiskunde maar zwak voor talen, voor die twee disciplines in hetzelfde "schooljaar" moeten zitten? Leerlingen zouden ook de mogelijkheid moeten krijgen om zich in een school in te schrijven voor bepaalde vakken, terwijl ze andere vakken zelfstandig leren. Net zoals er nu muziekscholen bestaan, zouden er ook taalscholen, wiskundescholen of geschiedenisscholen mogelijk moeten worden. Ouders die voor bepaalde vakken hun kinderen wél, en voor andere vakken niet kunnen coachen, zouden in het laatste geval op de diensten van zo'n gespecialiseerd schoolinitiatief beroep kunnen doen.

In zo'n vrij onderwijssysteem zou iedere tiener een traject kunnen vinden, waarvoor hij vanuit intrinsieke motivatie zou kunnen kiezen. Onze tieners zouden niet meer, enkel omdat de politieke klasse dit oplegt, gedurende eindeloze tijdspannes op schoolbanken moeten plaatsnemen. Hun welzijn zou enorm toenemen. De verwerving van vaardigheden en kennis zou veel efficiënter verlopen.

Alleen: de politieke kaste zou ernstig aan invloed inboeten. Een authentiek vrij onderwijs zou immers per definitie aan hun controle ontsnappen. Daarom zal die vrijheid ook niet worden toegestaan, en zullen ook de komende decennia weer honderdduizenden tieners tegen hun zin, en grotendeels onproductief, een eindeloze tijd op de schoolbanken moeten doorbrengen.

Noem mij maar anti-politiek.

Zie ook:
Blok, H.: "De effectiviteit van thuisonderwijs"
Rothermel, Paula: "Home-Education: Aims, Practices and Outcomes"
"Child Care Linked To Assertive, Noncompliant, and Aggressive Behaviors"
Dekegel, G. en Verhulst, Jos: "Aangeleerde hulpeloosheid"





Other texts / Andere teksten
Startpagina