Onlangs kwam ik op Facebook in aanvaring met enkele ekonomen. Hun wereld wordt geregeerd door het heilige evangelie “zonder konkurrentie geen verbetering van prijs en kwaliteit”, en ze hebben blijkbaar zeer lange tenen als ge daarover ook maar de minste twijfel hebt.
Voor alle duidelijkheid: ik heb er niks op tegen dat bakkers of vliegtuigbouwers tegen mekaar op konkurreren. Moge degene met het beste brood of het beste vliegtuig (of met de beste prijs/kwaliteit) winnen! In de evolutie heeft een konkurrentievoordeel ook vaak de “besten” doen voortbestaan.
Maar... er zijn produkten of diensten die m.i. op een efficiëntere manier via een centrale organisatie (de overheid bv.) kunnen geleverd worden. Neem nu bv. elektriciteitsdistributie (niet: -produktie), telefonie, of arbeidsbemiddeling.
Wat is er gebeurd sinds de overheid kunstmatig “konkurrentie” uit de grond heeft gestampt om elektriciteit te verkopen? Er zijn duizenden mensen aangeworven door elke “leverancier”, met de bedoeling klanten van mekaar af te snoepen; ze moeten u ambeteren via de telefoon, ze klampen u aan op straat, of ze komen u lastigvallen aan uw deur. Fantastisch voor de klant ja? Dit eeuwigdurend spelletje kost letterlijk fortuinen, die natuurlijk aan de klant worden gefaktureerd! En heeft het gezorgd voor “betere” elektriciteit? Natuurlijk niet, want het zijn dezelfde elektronen die in ieders huis binnenkomen. Is de dienstverlening zoveel verbeterd? Bel maar eens naar de klachtendienst en probeer door de automatische menu’s heen een echte persoon te bereiken die u ook echt kan helpen! Meestal weten ze nog minder over uw probleem dan u zelf, want de mensen in die zgn. “call centers” worden droevig laag betaald; konkurrentie, herinner u! Maar de prijs zou dan tenminste toch verbeterd moeten zijn door die konkurrentie? Waarom betalen we dan in België zowat de duurste elektriciteit van Europa? Als die bedrijven zich nu zouden bundelen, dan vervielen de marketingkosten en dan pas zou onze elektriciteit goedkoper worden. Er zouden dan wat jobs verdwijnen ja, maar die zgn. jobs zijn globaal gezien totaal nutteloos, leeg, en afstompend omdat ze niet produktief zijn; niets dan frustrerende sysyphusarbeid! Ze dragen niets bij aan het geheel. Ze zijn louter ballast. En zelfs al zijt ge, zoals de heren ekonomen, van mening dat die marketingkosten hier “nodig” zijn, dan nog blijft het een trieste kostenpost. En de sukkelaars die zich moeten uitsloven voor dat afsnoepen van klanten, zouden zich gelukkiger kunnen voelen in een job die wél de maatschappij vooruithelpt, niet de firma.
Idem voor de telefonie: hetzelfde spelletje speelt zich hier af, en daarbij moeten ook nog ontelbare extra zendmasten ons bestoken met straling. Die waren overbodig zonder konkurrenten. Okee, een beetje redundantie kan geen kwaad, maar nu is het van het goede teveel. Ekonomisten komen af met tegenwerpingen van “Ja maar, telefoneren is toch goedkoper geworden?”. Juist, maar alle technologie is zowiezo veel goedkoper geworden, en ondertussen zijn zelfs (sommige) overheidsbedrijven langzaamaan efficiënter geworden, omdat de burger die “ministeriementaliteit” ook serieus beu was. En is het niet de overheid die de telefoonmaatschappijen in de billen heeft geknepen om bv. de internationale tarieven naar beneden te trekken? Uit zichzelf hadden ze dat niet gedaan!
Wat betreft de arbeidsbemiddeling: de interimburo’s konkurreren mekaar kapot. Heeft dat voor “verbetering” gezorgd? Werkzoekenden moeten zich nu in pakweg een dertigtal kantoren gaan inschrijven (ik heb het ooit zelf gedaan, n.b. zonder enig resultaat), met telkens dezelfde papierwinkel. Werkgevers moeten hun aanbiedingen aan zoveel kantoren gaan melden. Wat een verspilling van tijd en middelen! En dat terwijl onze overheden ook al hun organisaties hebben voor het samenbrengen van werkzoekende en werkgever. Waarom bestaan die interimburo’s dan? Enkel bij de gratie van domme wetten die het moeilijk maken om tijdelijk iemand aan te nemen en snel te kunnen afdanken. Vandaar dat er geld moet blijven plakken aan de interimkantoren, geld dat maatschappelijk gezien totaal nutteloos is verkwist.
Zorgt konkurrentie ervoor dat iedereen zijn uiterste best doet en dus de beste kwaliteit komt bovendrijven? In veel gevallen zeker. Een beetje onderling wedijveren, kan zeker geen kwaad. Eigenaardig genoeg wordt dit nu juist de laatste tijd in ons onderwijs de kop ingedrukt, omdat men persé de lat wil gelijk leggen voor iedereen. Ons onderwijs boert dan ook zienderogen achteruit!
Maar er zijn genoeg tegenvoorbeelden; neem nu bv. Heineken. Bijna overal ter wereld komt ge het tegen! Heeft dat zijn konkurrenten overwonnen door het beste bier ter wereld te maken? (Retorische vraag natuurlijk, wetende dat ik Belg ben.) Nee, die Hollanders kunnen gewoon zeer luid brullen. Het is niet beter en ook niet goedkoper dan de meeste pilsen die andere landen produceren (allez okee, beter dan het Italiaanse of Mexikaanse piswater, dat kompliment gun ik onze noorderburen nog).
Iets anders: hoeveel schrijvers hebben er al niet gekonkurreerd om de beste exegese van de zogenaamde profetieën van Nostradamus te publiceren? Kijk even in uw lokale boekhandel. Volgens de ekonomisten zoudt ge mogen verwachten dat het beste, meest akkurate boek zou overblijven als dé bestseller, niet? Welnu, er is één boek geschreven (door prof. Rudy Cambier) dat op een grondige wetenschappelijke manier heel die Nostradamus de grond heeft ingeboord als een charlatan. En hoe lang heeft het in de winkel gestaan? Welgeteld één maand! Mensen willen bijlange niet altijd kwaliteit; mensen willen bedrogen worden.
Zorgt konkurrentie tussen scholen dan misschien voor een kwaliteitsverbetering? Bijlange niet, integendeel, en dat heb ik met mijn eigen ogen kunnen vaststellen: de meeste direkteurs zijn doodsbang om “klanten” te verliezen als ze het hen wat te moeilijk maken. Slechts enkele scholen, die al een goede “strenge” naam hadden, durven de laat nog hoog leggen, omdat ze weten dat ze nog een zeker publiek kunnen aantrekken. De pedagoochelaars van de 21ste eeuw denken immers dat kinderen zich vooral moeten “goed voelen” op school en dat dat zal bereikt worden door hen te “verwennen”. De konkurrentie doet dus door dit perverse mechanisme de kwaliteit dalen. Het lijkt wat op wat er soms gebeurt bij gescheiden ouders, die elk hun kind voor zich trachten te winnen. In tegenstelling tot wat mensen als Milton Friedman zouden denken, gebeurt dit zowel in het vrij als het overheidsonderwijs. Ik spreek uit eigen ervaring, want ik heb in 36 (!) verschillende scholen gestaan.
Ook onder presidentskandidaten in de VS heerst een serieuze konkurrentie. Wint daarom steeds de beste kandidaat? Ik zal deze vraag maar open laten.
Lezers die mij ondertussen verdenken sympathieën voor het kommunisme te hebben... Nee, merci. Dat ervan uitgaat dat de burgers hun eigen belang wel zullen opzij zetten ten voordele van het algemeen belang, wat helaas zelden het geval is. Men hoeft ook zijn eigen belang niet weg te cijferen om een goed draaiende maatschappij te hebben, maar de slinger slaat hier in het westen teveel naar één kant door tegenwoordig, met reklameslogans die de mensen hersenspoelen van “Ik ben het waard! Dus ik mag alles doen waar ik goesting voor heb.”. Die zijn natuurlijk psychologisch zeer doordacht, maar smerig; een goede katholiek zou hier zeker het werk van de duivel in herkennen! Dat heeft gevolgen: ge ziet bv. nu terug veel meer vuil op straat liggen dan 2 decennia geleden, tenminste in België. (In centraal- en oost-Europese landen is de evolutie omgekeerd.) Vandaar dat het aankweken van een zekere burgerzin, op school bv., zeker geen kwaad kan. Ik denk dan bv. aan Japan, IJsland, Zwitserland,... toch niet bepaald armtierige kommunistische landen.
Tot slot: ik wil absoluut niet de pretentie hebben alle oplossingen in pacht te hebben. Ik ben iemand die gewoon graag een stok in het hoenderhok smijt. Ik speel graag advokaat van de duivel; iemand die niks gelooft van astrologie bv., zal ik proberen overtuigen dat er misschien toch een grond van waarheid in zit, terwijl ik verstokte astrologen zal wijzen op logische en praktische problemen in hun theorieën enz. Hoe meer ik mensen kan doen twijfelen, hoe beter. Twijfel veroorzaakt evolutie. Ik twijfel, dus ik besta.
(Met dank aan de mensen als Suzanne Grinwis, Rudy Berkvens, Victor van der Sterren, Kim Winkelaar, Karel Martel, Hugo Maes enz. voor hun inspirerende kritiek.)